zondag 17 oktober 2010

Credo

Van dalen
Cre - do («Latijn) het -woord credo`s 1 geloofsbelijdenis; 2 in de mis na de evangelielezing gezongen of gezegd vers, beginnend met het woord credo ; 3 figuurlijk diepe overtuiging: iems. politieke credo '

Ik ben inmiddels aan mijn derde stage begonnen en begin te merken dat ik steeds kritischer word. Niet alleen ten aanzien van mezelf, maar ook naar anderen. Zo langzamerhand begin ik zelfs dingen te bekritiseren die er niet eens zijn… Wat zou het toch heerlijk zijn als er niets te bekritiseren viel, als er geenéén storende factor aanwezig zou zijn en dat alles perfect zou zijn en dat het alleen maar aan mijn docentschap kon schorten...

Credo slash I have a dream

Tijdens mijn eerste middelbare-school-stage had ik te maken met het zogenoemde mankement ‘de lokaalindeling.’ Dat een lokaal zeer veel invloed heeft op je vrijheid van lesgeven heb ik daarbij persoonlijk ondervonden. Een drumstel in het ene uithoek van het lokaal, gitaren en keyboards tussen de tafels door en ikzelf in de andere uithoek. De drummer was pas te bereiken als ik mijn eerste-maandag-van-de-maand-alarmtoeter opzette en de achterste leerlingen konden de meeste obscene tekeningen maken, want zien deed ik het toch niet. Een bandje vormen was hierdoor ontzettend moeilijk. De leerlingen zouden dan verspreid door het lokaal hun instrument moeten bezetten en ik stond dan vervolgens de meest onmogelijk bewegingen te maken om iedereen juist aan te kunnen geven. Bovendien had de drummer niks aan mijn aanwijzingen, omdat mijn stem de enorme afstand niet kon overbruggen. Zeker niet als er gespeeld werd.

Mijn ideale lokaal





Over het ideale leslokaal is op internet maar weinig te vinden. Nergens wordt met een woord gerept over een lokaalindeling.
Hierboven zie je de indeling van mijn ideale lokaal. Met deze indeling zal ik een goed overzicht hebben over mijn klas.

Achterin de klas zijn vier kleine studiootjes te vinden, waarin leerlingen in kleine groepjes iets kunnen voorbereiden. Hierin is een keyboard aanwezig en een klein versterkertje waarop een gitaar én basgitaar aangesloten kunnen worden. Het maximumvolume dat bereikt kan worden is vergelijkbaar met een akoestisch gitaar. Dit is voor de leerlingen wel zo prettig en het gehoor kan hierdoor niet beschadigd worden. De rede waarom ik graag deze aparte ruimtes wil hebben, is omdat er vaak in groepsverband geoefend moet worden en dat dat erg bemoeilijkt wordt wanneer er meerdere groepen in één ruimte aan het oefenen zijn. Het door elkaar heen repeteren zorgt voor complete chaos en is ongezond voor de leerlingen. Bovendien is het voor de leerlingen een stuk lastiger om hun concentratie te behouden. Om hen heen gebeurt er van alles en als je verschillende tempi en toonhoogten om je heen hoort is het erg lastig je aan je eigen tempo en melodielijn te volgen.

Voorin de klas zie je dat naast mijn bureau een piano staat. Deze kan eventueel verschoven worden naar de zijkant van het lokaal zodat het zicht van de leerlingen niet belemmerd wordt. De rede dat ik graag een piano voorin wil hebben is omdat ik bij het aanleren van een liedje mezelf en de klas door middel van de piano wil begeleiden en hierdoor niet het complete overzicht over mijn leerlingen wil verliezen. Dat gebeurt wel als de piano in een andere hoek van het lokaal zou staan.

De tafeltjes staan tegenover het schoolbord en recht in mijn gezichtsveld. Aan elke tafel zitten twee leerlingen en deze tafeltjes kunnen opengeklapt worden. Onder de klep bevindt zich een keyboard met vier oortjes. De twee leerlingen kunnen samen oefenen zonder dat de rest van de klas er last van heeft.

Rechts van het lokaal bevindt zich een podium. Het podium dient bijvoorbeeld voor de opdrachten die voor de klas opgevoerd moeten worden. De leerlingen kunnen zo proeven hoe het voelt om op een podium te staan.
De indeling van de klas leent zich er goed voor dat alle leerlingen het podium goed kunnen zien.

De muren van het lokaal zijn in de kleuren paars en blauw geverfd. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat kleuren een grote invloed hebben op gegevens als inspiratie en emotie, zo ook in het onderzoek van Leonne campfens, die haar resultaten op zes augustus 2007 gepubliceerd heeft.
De kleur blauw is, volgens mevrouw Campfens, een koele kleur die rust geeft maar tegelijkertijd ook aanzet tot nadenken en ontwikkelen. Blauw wordt ook wel als de kleur van de expressie gezien en kan het gevoel voor muziek en schone kunsten stimuleren. Uit haar onderzoek van 2007 kwam ook als resultaat dat de kleur paars de kleur is van de ontspanning en creativiteit. Paars is ook een krachtige kleur en kan gevoelens van eigenwaarde positief stimuleren.



Instrumentarium in de klas
Een muzieklokaal zou zijn naam geen eer aan doen als er geen instrumenten aanwezig zouden zijn. Naar mijn mening moet een muzieklokaal een walhalla aan instrumenten zijn. De leerlingen maken kennis met zo veel mogelijk instrumenten en kunnen zo hun klankvoorstelling goed ontwikkelen. Wellicht zit er een klankkleur, en dus instrument, bij waarvan ze onder de indruk zijn en zullen ze zich daar naast hun schooltijd in gaan verdiepen. Bovendien hebben bepaalde instrumenten directe verbinding met bepaalde culturen. Denk aan Afrikaanse trommels. Door hier een les aan te besteden wordt meteen hun culturele ontwikkeling naar een hoger level getild.

Toch enigszins rekeninghoudende aan het budget die de school moet hebben; hier een overzicht van de instrumenten die aanwezig moeten zijn in mijn lokaal:
- Piano
- 2 elektrische drums
- 1 drum
- 20 keyboards
- 3 basgitaren
- 4 elektrische gitaren
- 2 akoestische gitaren
- 10 djembee’s
- 3 dwarsfluiten
- 1 trombone
- 1 trompet
- 1 cello
- 1 viool
- 1 altviool
- 2 synthesizers
- saxofoon
- 35 klokkenspellen
- 10 xylofoons
- 10 tamboerijnen
- 2 vibrafoon
- 10 marakas
- Van de nog niet genoemde Orffinstrumenten (vibraslab, woodblock, etc) wordt er van elk 5 aangeschaft.

Natuurlijk zal de tijd het leren. Na een aantal maanden tot een jaar lesgegeven te hebben, zal ik vanzelf merken welke instrumenten nog nodig zijn en welke liggen te verstoffen in de kast. Instrumenten zoals een viool zijn redelijk goedkoop via een publieke verkoopsite ingekocht en kunnen gemakkelijk weer via die weg verkocht worden indien het gebruik ervan maar minimaal is.
Waarom een cello in mijn muzieklokaal?
Het aantal leerlingen dat een cello kan bespelen is niet zo groot. Wel is het een instrument die goed ingezet kan worden als er in groepen en met verschillende instrumenten een speelstuk wordt voorbereid. Iemand die al ervaring heeft in het spelen van cello, kan deze meteen uit de kast pakken. Het zou zonde zijn als iemand cello kan spelen maar dit gewoonweg in de lessen niet doet, omdat hij of zij natuurlijk niet naast de volle schooltas ook nog een zwaar instrument gaat meenemen terwijl er helemaal geen zekerheid van spelen is. Nu staat de cello er gewoon en is het instrument voor iedereen toegankelijk. Nieuwsgierige leerlingen kunnen uitproberen of zij het instrument interessant genoeg vinden om zelf te gaan bespelen.
Ook andere instrumenten zoals bijvoorbeeld een saxofoon kan door elke leerling gepakt worden om uit te proberen. Noodzaak is hierbij wel om een les te geven waarbij alle instrumenten geïntroduceerd worden. Hierin wordt uitgelegd hoe met al deze instrumenten omgegaan moet worden en op wat voor manier het te bespelen is. Er komen een aantal leerlingen, zo nodig uit andere klassen, om te laten horen hoe het instrument klinkt en om een aantal liedjes te spelen. Zo kunnen leerlingen klankkleur en klankvoorstelling aan een instrument koppelen.

Andere benodigdheden
Een aantal instrumenten brengt natuurlijk ook het nodige apparatuur mee. Naast dat in elke studio een monitor te vinden is met hierbij horende kabels zijn er ook in het lokaal zelf ook heel wat zaken nodig. Elk keyboard heeft een splitter nodig en in totaal zijn er 35 koptelefoons nodig. Elke elektrische gitaar heeft een versterker nodig. De akoestische gitaren kunnen ook versterkt worden, maar daar wordt niet nog apart een versterker voor aangeschaft. Ook voor de basgitaren zijn er versterkers aanwezig. Ook worden er de nodige jackkabels aangeschaft. Er zijn in totaal 8 microfoons met hierbij vier monitoren en 8 microfoonkabels. Er staan naast het podium twee gitaarstandaards waar de gitaren netjes weggezet kunnen worden. Aan de andere kant van het podium staat er een kleine kast voor de kleine orffinstrumenten en een grote kast waarin onderin plek is voor de cello en de grote orffinstrumenten en waarin de rest bovenin ruimschoots opgeborgen kan worden. De Djembee’s worden in een apart hok, die in het verlengde van het rechter studiohok zit, opgeborgen.
Elk bureau kent ook een cdspeler met usb-aansluiting. Via cd of usb-bestand kunnen nummers beluisterd worden. Wanneer de leerlingen een computer nodig hebben, kunnen ze terecht in de mediatheek.
Voorin in het lokaal bevindt zich een digitaal schoolbord waarop ook filmpjes en afbeeldingen afgespeeld kunnen worden. Aan de rechterzijde kan nog via de oude weg geschreven worden. Op deze zijde van het bord staan lijnen van de notenbalk.
Op mijn bureau ligt de nodige rotzooi en staat een computer die aangesloten staat op de geluidsboxen voorin het lokaal en op het digitale schoolbord.
Natuurlijk zijn er dingen die ik vergeet te melden. Verhuizen, op vakantie gaan, een lokaal inrichten, het zijn allemaal zaken waarvan je steeds denkt dat je overal aan gedacht hebt, maar steeds weer schiet er iets te binnen wat ook nodig is. Of om het voorbeeld vakantie maar te noemen; je zit al op de camping en je komt erachter dat je nog geen afwasborstel hebt.

Wat gaan ze leren?
Belangrijk is dat het vak muziek in de onderbouw goed aansluit op het examenprogramma. Doordat op veel scholen de docenten de mogelijkheid hebben hun muziekvak naar vrijheid in te vullen, mist er vaak een goede aansluiting op het eindexamen in de bovenbouw, zo zegt ook Frank van de Ende, die uitgebreid onderzoek heeft gedaan naar interdisciplinaire kunstvakken in de onderbouw.
Volgens van de Ende moet er, om het bovenstaande te voorkomen, gekeken worden wat precies de exameneisen zijn voor het vak muziek. Dit blijkt voor elk kunstvak hetzelfde te zijn:
De leerlingen moeten:
- Voldoende theoretische kennis hebben om te weten waar zij mee bezig zijn bij het produceren van kunst.
- De kunstuitingen kunnen plaatsen in de maatschappij en cultuur en in historisch perspectief.
- De kunstuitingen kunnen beschouwen en analyseren.
Naast de algemene eisen zijn er voor muziek ook nog een aantal specifieke eisen:
Zingen en spelen

De kandidaat kan:
- een gevarieerd repetoire uitvoeren van één- en meerstemmige vocale en/of instrumentale muziek;
- onvoorbereid een melodie/muziekstuk spelen.

Improviseren en componeren:
-
De kandidaat kan muziek improviseren en componeren, vanuit een probleemstelling en met weloverwogen gebruik van muzikale materialen en middelen.
Waarnemen en weten

De kandidaat kan:
- Een muzieknotatie volgen;
- klinkende eenvoudige ritmes en melodiefragmenten noteren;
- muzikale aspecten onderscheiden, herkennen en benoemen naar aanleiding van klinkende voorbeelden.
Analyseren en interpreteren

De kandidaat kan:
- muzikale structuren analyseren naar aanleiding van klinkende voorbeelden;
- muzikale processen interpreteren;
- zijn muzikale beleving in verband brengen met de muzikale aspecten, betekenissen en functies van muziek.
Muziek en Cultuur

De kandidaat kan;
- historische ordening aanbrengen in de ontwikkeling van muzikale vormen en genres;
- hem bekende werken plaatsen in de ontwikkelingslijn van muzieksoorten, in een geografische regie en maatschappelijke context en kan daarbij verbanden leggen tussen cultuurhistorische perioden;
- hem onbekende werken plaatsen op basis van culturele, stilistische, vormtechnische en muziekhistorische argumenten.
Mijn mening hierop is dat we met het bovenstaande in ons achterhoofd de onderbouw les moeten geven. Dat betekent dus dat je al vanaf klas één naar het eindexamen werkt. Natuurlijk kiest niet iedereen muziek, maar het is zeer belangrijk dat de leerlingen die het wél kiezen met het juiste niveau hun examenjaren ingaan. Exameneisen zijn natuurlijk vastgelegd, maar het is ook belangrijk om van mezelf te weten wat ik precies wil dat de leerlingen kunnen. Waarom wil ik precies muziekles geven? Wat voor doelen wil ik bereiken met mijn leerlingen?
Bij de ontwikkeling van leerlingen heb ik culturele ontwikkeling bovenin mijn lijstje staan. Kinderen krijgen natuurlijk van huis uit een culturele opvoeding. Die loopt uit één van normen en waarden tot muziek. Een Nederlands gezin zal de kinderen opvoeden volgens de Nederlandse cultuur. Wat er allemaal bij een andere cultuur komt kijken, krijgen de kinderen weinig mee. In mijn muzieklessen worden leerlingen blootgesteld aan andere culturen. Muziekstijlen worden gekoppeld aan cultuur. Ze leren niet alleen een bepaalde muziekstijl spelen, maar leren ook waar deze vandaan komt en vanuit welke tijd het stamt. Ze leren ook waarom de muziekstijl ontstaan is. Vaak zit er een verhaal achter. Denk aan slavernij, geloofsovertuiging, etc.
Ook aan creativiteit hecht ik veel waarde. Creativiteit is iets wat ze later overal kunnen toepassen. Bij creativiteit komen ook veel andere vakken kijken. Zo krijgen de leerlingen ook te maken met disciplinaire en multidisciplinaire werkvormen. Tijdens de muzieklessen is het soms vanzelfsprekend er bij het opvoeren van een bepaald muziekstuk een dans wordt opgevoerd. Ook kan er schilderkunst aan een muziekwerk gekoppeld worden.
Een lastig punt is het improviseren en componeren. Het niveau op dit gebied kan erg uiteenlopen tussen de leerlingen. Het is ook een gegeven wat moeilijk aangeleerd kan worden. Toch vind ik het belangrijk om hier een aantal lessen aan te besteden. Een leerling kan er dan wel niet zo goed in zijn. Toch wordt er een groot aantal dingen ontwikkelt tijdens een improvisatie- en/of componeerles. Denk hierbij aan klankvoorstelling, voorstelling van melodieën en harmonieën, creativiteit, ritmisch vermogen, etc. Kortom een enorme hoeveelheid aan ontwikkelingen.
Wat ook erg belangrijk is en wat uiteraard niet in een eindexamen getoetst wordt, is de sfeer en veiligheid in de klas. Naar mijn mening is het erg belangrijk om een veilig en leerzaam gevoel te creëren. Het zingen in groepsverband leent zich hier goed voor. Door samen te zingen ontstaat er op de langere termijn zekere veiligheid. Leerzaam feit hiervan is dat het gehoor ook meteen getraind wordt. Je wordt gedwongen om naar jezelf en anderen te luisteren. Hierbij kom ik ook meteen bij het punt dat ik het erg belangrijk vind dat leerlingen zich melodisch en ritmisch sterk ontwikkelen. Dit wil ik bereiken door bijvoorbeeld het zingen van liedjes of door middel van een speelstuk.
Ook zeer belangrijk, en ook al vaker genoemd, vind ik de klankvoorstelling. De leerlingen weten wat voor klank een bepaald instrument voortbrengt en kunnen hun klankvoorstelling toepassen: Wat voor geluid wil je produceren en wat voor instrument hoort daarbij? Verder vind ik theoretische kennis ook zeer belangrijk, maar ben van mening dat je de leerlingen deze kennis het beste kan bijbrengen door de praktijk met de theorie te verbinden. Een muzikaal gegeven zoals crescendo wordt uitgelegd en meteen toegepast of andersom, de leerlingen moeten verschil maken van hard naar zacht en aan de hand daarvan wordt de benaming hiervan uitgelegd.

Ten slotte
Dit is mijn credo van dit moment. Ik zou er nog enkele pagina’s aan kunnen uitwijden, maar het is tijd om het hierbij te laten. Mijn visie zal in de loop der jaren zeker nog een aantal keren veranderen mede dankzij praktijkervaringen en overtuigingen van andere docenten en medestudenten. Ik ben benieuwd hoelang deze pagina’s up to date zullen zijn.
Wordt vervolgt.....


Bronnenlijst:
http://digischool.kennisnet.nl/community_mu
http://digischool.kennisnet.nl/community_mu/praktijkverhalen
http://www.pzc.nl/regio/bevelandentholen/3957314/Meer-samenwerken-op-gebied-muziekonderwijs.ece
http://webcache.googleusercontent.com/search?q=cache:tDnOpwTIooEJ:www.ontwerpatelier.nl/digitaleopleidingsschool/binnen/upl_files/basisscholen/970/20090428155444_Muziekpedagogische%2520stromingen.doc+visie+muziekonderwijs&cd=9&hl=nl&ct=clnk&gl=nl&client=safari
http://www.leosamama.nl/Moderne%20muziek%20in%20de%20onderbouw%20van%20het%20voortgezet%20onderwijs/MODERN_1.HTM
http://www.artex-texel.nl/voor-wie/scholen
http://www.artikeltjes.com/artikeltjes/670/1/Invloed-van-kleuren/Page1.html
http://essay.utwente.nl/540/1/scriptie_Campfens.pdf
http://www.roelanddereuver.nl/docent/visie.htm
http://www.frankvandenende.nl/kunst/hetvakkunst-examenprogramma.html

vrijdag 4 juni 2010

Column

Net als Marleentje heb ik m'n column ook weer even naar boven geschoven ;)

Decibellen rinkelen als je de winkel binnentreedt

Eindelijk heb ik dan toch mijn gehoorbescherming aangeschaft. Niet eens op de eerste plaats omdat ik een fantastische muzikant ben die haar gehoor een trauma bezorgt, maar gewoon omdat ik weleens in goede rust de kledingwinkel Wo_Men_At_Work wil betreden. Al vanaf kilometers afstand voel je de muziek je trommelvliezen plagen en eenmaal voor de winkel staande lijkt het alsof je in de plaatselijke disco terecht bent gekomen. Als je dan naar binnen kijkt wordt het tegendeel bewezen. De medewerkers van deze winkel staan verveeld voor zich uit te staren, want klanten kunnen ze toch niet helpen. Die verstaan ze niet. Interessant wordt het als de klant duidelijk wil maken dat ie wil gaan pinnen. In de eerste instantie verschreeuwt de klant zijn stem nog, vervolgens geeft ie het op en probeert ie door middel van gebaren, die vooral naar het pinautomaat wijzen, de boel duidelijk te maken. Toch blijkt deze veels te harde muziek voor een selecte groep wel aantrekkelijk te zijn. In de stad Dieren heeft deze harde muziek namelijk een enorme aantrekkingskracht op hangjongeren. In plaats van dat ze met mobieltjes hun favoriete muziekjes gaan showen kunnen ze hun batterijen hier sparen en luisteren naar de muziek die winkels zoals Wo_Men_At_Work hen toezenden. Het is alleen maar een kwestie van voelen naar welke kant de leukste muziek waait en hangen maar met je groep.
Op het callunaplein in Dieren zijn ze de hangjongeren inmiddels goed zat. Mosquito's, die een heel hoge piep uitzenden hoorbaar tot de 30 jaar, was geen goede oplossing. En terecht, want niet iedereen jonger dan 30 jaar is per definitie een hangjongere en bovendien zijn jongeren toch de grootste gelduitgevers op het gebied van shoppen. Zo’n insect als de Mosquito zou een overgroot deel van de klanten alleen maar wegjagen.
Je zou denken dat de perfecte oplossing zou zijn om die volumeknop eens flink naar links te draaien. De burgemeester van Dieren denkt daar blijkbaar anders over. Die wil namelijk in plaats van het volume terug te draaien klassieke muziek in alle winkels af laten spelen. Als je vervolgens dan in Dieren de Wo_Men_At_Work binnenwandelt, word je omver geblazen door bombastische slaginstrumenten en hoog snerpende violen, die met zo’n enorm volume de hoogte in gaan dat alsnog het Mosquito-effect optreedt. Toch vind ik het apart dat deze regel daadwerkelijk wordt toegepast. Jongeren vinden klassieke muziek blijkbaar zo afgrijselijk dat ze zelfs hun favoriete hangplek ervoor op zouden geven. Ik ben benieuwd of het dan uiteindelijk net zoveel klanten wegjaagt als de gevaarlijke Mosquito. Nu kan ik je vertellen dat ik klassieke muziek absoluut niet afgrijselijk vindt. Ik kan het juist heel erg waarderen en ik ben zeker niet de enige. En wij zijn nou eenmaal kuddedieren en als de mannetjes van Kunst & Cultuur gaan roepen dat jongeren klassieke muziek saai vinden, dan gaan wij dat ook vinden.
Maar goed, vooralsnog schaam ik me er niet voor dat ik af en toe ook naar klassieke muziek luister, maar ik kan je één ding vertellen: als ze in Dieren de klassieke muziek met de volumeknop ver open gaan draaien, ben ik sowieso weg. Ik kan alle muziek waarderen, behalve te harde muziek.
De gemeente Dieren wil ik tenslotte nog één ding meegeven: je jaagt geen hangjongeren weg door klassieke muziek te draaien. De stelling dat jongeren klassieke muziek saai zouden vinden is allang achterhaald. Steeds meer jongeren luisteren naar klassieke muziek en als er eens gestopt wordt met het speculeren dat jongeren klassieke muziek saai zouden vinden, zullen ze er binnen een aantal jaar voor uit durven komen dat ze inderdaad naast de bekende top40-muziek ook naar klassieke muziek luisteren.



Stelling1: muziek in de winkels staat veel te hard.
Stelling2: De stelling dat jongeren klassieke muziek saai zouden vinden is achterhaald en van deze stelling moet eens afgestapt worden.


Bronnen:

http://vrouw.blog.nl/fashion/2006/09/21/muziek_in_winkels_bijzonder_irritant

http://www.gelderlander.nl/voorpagina/arnhem/6431227/Klassieke-muziek-moet-hangjeugd-weghouden-van-Callunaplein-Dieren.ece

http://www.nopapers.nl/km/muz2/9/muze0932.html

http://kinderspul.blog.nl/nieuws/2007/05/11/stijgend-aantal-jongeren-luistert-naar-klassieke-muziek

donderdag 3 juni 2010

Essay

Happen naar muziek van hoog niveau

Beperkt muziekonderwijs
Muziekonderwijs is al zo oud als de muziek zelf. Toch was muziekonderwijs niet voor iedereen even gemakkelijk te volgen. Tot en met de late middeleeuwen was muziekonderwijs uitsluitend bestemd voor kloosters en kerken. Tijdens de renaissanceperiode kwam hier verandering in. Wereldmuziek kwam in opkomst en rijke ouders gingen beroepsmuzikanten betalen om hun kinderen de kunde en kennis van de muziek bij te leren. Muziekonderwijs begon zich ook steeds meer te verweven met onderwijs van andere wetenschappen. Toch bleef muziekonderwijs lange tijd iets wat alleen de rijkere mensen zich konden veroorloven. De muzieklessen waren privélessen en hierdoor ook heel erg duur. Op scholen werd totaal geen aandacht besteed aan muziek, waardoor de minder rijke kinderen geen kans kregen om een muzikaal talent te ontwikkelen.

Muziekonderwijs, kunde of kick.
Aan het muziekonderwijs staan twee aartsvaders: De muziekpedagogen Willem Gehrels (1885-1971) en Ad Heerkens (1913-1985).
Willem Gehrels richtte de eerste volkmuziekschool op. Hij vond het belangrijk dat ieder kind, ongeacht de financiële achtergrond van de ouders, muziekles moest kunnen volgen. Ad Heerkens was van mening dat muziekonderwijs voor ieder mens gegeven moest worden vanuit de beleving van het kind.
Hoewel de twee in elkaars verlengden lagen en beide mannen zich bezighielden met de kennis van de muziek, liep op één gebied de meningen uiteen. Gehrels verdedigde in zijn tijd de kunde van muziek. Ad Heerkens vond, een generatie later, kick van veel groter belang dan kunde.

Iedereen hoort erbij
Na de tweede wereldoorlog was de wederopbouw in volle gang. Op het gebied van muziekonderwijs vond tijdens deze wederopbouw een ontwikkeling plaats. Muzieklessen werden op de basisschool ingevoerd, maar het betrof maar een klein muziekuurtje in de week die bovendien alleen maar in de kleuterklassen gegeven werd. Een grotere ontwikkeling was het feit dat er overal gesubsidieerde muziekscholen werden opgericht die voor brede lagen van de bevolking toegankelijk werden. Echter, in de jaren tachtig, werden veel van deze scholen weer geprivatiseerd of samengevoegd met andere onderwijsinstellingen, omdat de kosten hoog opliepen.
Echt goede muzieklessen werden dus nog steeds niet gegeven. Op de basisschool bleef het niveau aandoenlijk laag, waardoor de leerlingen met een grote muzikale achterstand op de middelbare school terechtkwamen. Voor de docent daar was het heel lastig om alles nog op een vlotte manier bij te spijkeren. Leerlingen die vervolgens doorstroomden naar de PABO hadden een dusdanig slecht niveau dat ze geen behoorlijke muzieklessen konden geven op de basisschool: de cirkel was rond.
Vanaf de jaren ’70 werd deze cirkel eindelijk doorbroken. Muziek werd ingevoerd als eindexamenvak op de middelbare school en de lessen werden van een hoger niveau. De muzieklessen werden plotseling kennis & kunde en doordat de lessen plotseling ook een hoger niveau bereikten ontstond er ook de kick: Muziek werd een uitdaging. Toch blijft muzikaal onderwijs op de basisschool nog steeds op laag niveau. Langzaamaan is hier wel verandering in gekomen, maar tegenwoordig zijn er nog steeds scholen die vrijwel niets doen aan muziek.

Standaards
Vanaf het allereerste begin dat muziekonderwijs gegeven wordt hanteert ieder muziekdocent zijn eigen methode. Vanaf de 20e eeuw besloot de Amerikaanse organisatie MENC dat er richtlijnen voor muziekonderwijs vastgesteld moesten worden zodat niet iedereen zomaar zijn eigen methode kon hanteren. In 1994 werden de negen 'National Standards for Music Education', gepresenteerd. Tegenwoordig worden deze Standaards over de gehele wereld toegepast:
- Zingen, alleen en in groepsverband, en met een variërend repertoire
- Het bespelen van een instrument, eveneens met een variërend repertoire
- Improvisatie van melodieën, variaties en arrangementen
- Componeren van muziek volgens gespecificeerde richtlijnen
- Het lezen en noteren van bladmuziek
- Het luisteren naar – en analyseren en beschrijven van muziek
- Muziek en muziekuitvoeringen evalueren
- De relatie leren begrijpen tussen muziek en andere vormen van kunst
- Muziek begrijpen in verhouding tot geschiedenis en cultuur

De middelbare school van nu
Ik ben van mening dat er nog veel mist aan de muzieklessen op de middelbare school. Op sommige scholen komen de muzieklessen van de onderbouw neer op een klein beetje zingen en is samenspelen al heel lastig. Pas in de bovenbouw worden op deze scholen pas muzieklessen gegeven op hoger niveau. Hier zijn het alleen de muzikale leerlingen, leerlingen die al jarenlang een instrument bespelen, die in de bovenbouw muziek als vak kiezen. Dat is jammer, want de combinatie kick, kennis en kunde ontstaat op deze scholen pas in de bovenbouw. Leerlingen die nooit een instrument bespeeld hebben, maken dan ook nooit op een goede manier kennis met muziek. Zij ervaren nooit de kick die wordt veroorzaakt als je zelf mooie muziek maakt, omdat samen muziek maken gewoonweg niet wordt gedaan in de onderbouw. Om hier verandering in te brengen moet het uiteindelijke niveau van muzieklessen op middelbare scholen omhoog bijgesteld worden.

Het kan anders....
Leerlingen stromen vanaf de basisschool door naar de middelbare school. Zij zijn met behulp van de sito-toets getoetst op hun kunnen en kennen en worden op basis daarvan op een bepaald niveau ingedeeld. Of een kind muzikaal is wordt niet getest. De Havo-Vwobrugklas die vervolgens ontstaat is een handje vol met leerlingen die wat betreft kennis redelijk op dezelfde golflengte zitten. Creativiteit kan net zoals communicatieve vaardigheden enorme verschillen opleveren tussen de leerlingen. Op veel middelbare scholen wordt het gemiddeld muzikaal niveau genomen als basis voor de muziekles. Dit niveau is over het algemeen erg laag, omdat het merendeel van de klas nooit een instrument aangeraakt heeft. Veel scholen blijven vervolgens in datzelfde niveau hangen, omdat ze bang zijn dat leerlingen het anders niet bij kunnen benen. Leerlingen die wel muzikaal zijn komen in de bovenbouw wel aan bod, dat is wat veel scholen denken. Wat mij betreft is er niks mis mee om de muzieklessen op een laag pitje te beginnen, maar om de combinatie kennis, kunde en kick ook te laten ontstaan in muzieklessen van de onderbouw, moet het niveau in razendsnel tempo worden opgevoerd. Laat de leerlingen de uitdaging die muziek met zich meebrengt maar aangaan. Dat ze iets lastigs uiteindelijk toch echt kunnen spelen, geeft vanzelf al een enorme kick. Als je de kennis en de kunde steeds boven het niveau van de leerlingen uitschuift, maar het wel behapbaar houdt, zullen ze zelf een enorm genoegen ervaren en nog veel belangrijker, ze zullen muziek gaan waarderen. Ze zullen merken dat muziek niet iets is wat er altijd maar gewoon is wanneer zij er zin in hebben, maar dat er enorm veel lef en energie en creativiteit voor nodig is om muziek te laten ontstaan. Dat is pas echt kicken!


Bronnenlijst:
Kick, kennis en kunde. Job ter Steege
http://nl.wikipedia.org/wiki/Muziekonderwijs
http://www2.cito.nl/
http://webcache.googleusercontent.com/search?q=cache:cPHsPh-shh8J:igitur-archive.library.uu.nl/student-theses/2007-0607-201235/Actuele%2520ontwikkelingen%2520rond%2520het%2520primair%2520muziekonderwijs.doc+willem+gehrels+ad+heerkens&cd=5&hl=nl&ct=clnk&gl=nl&client=safari

woensdag 2 juni 2010

Column

Decibellen rinkelen als je de winkel binnentreedt

Eindelijk heb ik dan toch mijn gehoorbescherming aangeschaft. Niet eens op de eerste plaats omdat ik een fantastische muzikant ben die haar gehoor een trauma bezorgt, maar gewoon omdat ik weleens in goede rust de kledingwinkel Wo_Men_At_Work wil betreden. Al vanaf kilometers afstand voel je de muziek je trommelvliezen plagen en eenmaal voor de winkel staande lijkt het alsof je in de plaatselijke disco terecht bent gekomen. Als je dan naar binnen kijkt wordt het tegendeel bewezen. De medewerkers van deze winkel staan verveeld voor zich uit te staren, want klanten kunnen ze toch niet helpen. Die verstaan ze niet. Interessant wordt het als de klant duidelijk wil maken dat ie wil gaan pinnen. In de eerste instantie verschreeuwt de klant zijn stem nog, vervolgens geeft ie het op en probeert ie door middel van gebaren, die vooral naar het pinautomaat wijzen, de boel duidelijk te maken. Toch blijkt deze veels te harde muziek voor een selecte groep wel aantrekkelijk te zijn. In de stad Dieren heeft deze harde muziek namelijk een enorme aantrekkingskracht op hangjongeren. In plaats van dat ze met mobieltjes hun favoriete muziekjes gaan showen kunnen ze hun batterijen hier sparen en luisteren naar de muziek die winkels zoals Wo_Men_At_Work hen toezenden. Het is alleen maar een kwestie van voelen naar welke kant de leukste muziek waait en hangen maar met je groep.
Op het callunaplein in Dieren zijn ze de hangjongeren inmiddels goed zat.
Mosquito's, die een heel hoge piep uitzenden hoorbaar tot de 30 jaar, was geen goede oplossing. En terecht, want niet iedereen jonger dan 30 jaar is per definitie een hangjongere en bovendien zijn jongeren toch de grootste gelduitgevers op het gebied van shoppen. Zo’n insect als de Mosquito zou een overgroot deel van de klanten alleen maar wegjagen.
Je zou denken dat de perfecte oplossing zou zijn om die volumeknop eens flink naar links te draaien. De burgemeester van Dieren denkt daar blijkbaar anders over
. Die wil namelijk in plaats van het volume terug te draaien klassieke muziek in alle winkels af laten spelen. Als je vervolgens dan in Dieren de Wo_Men_At_Work binnenwandelt, word je omver geblazen door bombastische slaginstrumenten en hoog snerpende violen, die met zo’n enorm volume de hoogte in gaan dat alsnog het Mosquito-effect optreedt. Toch vind ik het apart dat deze regel daadwerkelijk wordt toegepast. Jongeren vinden klassieke muziek blijkbaar zo afgrijselijk dat ze zelfs hun favoriete hangplek ervoor op zouden geven. Ik ben benieuwd of het dan uiteindelijk net zoveel klanten wegjaagt als de gevaarlijke Mosquito. Nu kan ik je vertellen dat ik klassieke muziek absoluut niet afgrijselijk vindt. Ik kan het juist heel erg waarderen en ik ben zeker niet de enige. En wij zijn nou eenmaal kuddedieren en als de mannetjes van Kunst & Cultuur gaan roepen dat jongeren klassieke muziek saai vinden, dan gaan wij dat ook vinden.
Maar goed, vooralsnog schaam ik me er niet voor dat ik af en toe ook naar klassieke muziek luister, maar ik kan je één ding vertellen: als ze in Dieren de klassieke muziek met de volumeknop ver open gaan draaien, ben ik sowieso weg. Ik kan alle muziek waarderen, behalve te harde muziek.
De gemeente Dieren wil ik tenslotte nog één ding meegeven: je jaagt geen hangjongeren weg door klassieke muziek te draaien. De stelling dat jongeren klassieke muziek saai zouden vinden is allang achterhaald. Steeds meer jongeren luisteren naar klassieke muziek en als er eens gestopt wordt met het speculeren dat jongeren klassieke muziek saai zouden vinden, zullen ze er binnen een aantal jaar voor uit durven komen dat ze inderdaad naast de bekende top40-muziek ook naar klassieke muziek luisteren.

Stelling1: muziek in de winkels staat veel te hard.
Stelling2: De stelling dat jongeren klassieke muziek saai zouden vinden is achterhaald en van deze stelling moet eens afgestapt worden.

Bronnen:

http://vrouw.blog.nl/fashion/2006/09/21/muziek_in_winkels_bijzonder_irritant

http://www.gelderlander.nl/voorpagina/arnhem/6431227/Klassieke-muziek-moet-hangjeugd-weghouden-van-Callunaplein-Dieren.ece

http://www.nopapers.nl/km/muz2/9/muze0932.html

http://kinderspul.blog.nl/nieuws/2007/05/11/stijgend-aantal-jongeren-luistert-naar-klassieke-muziek

donderdag 18 maart 2010

laat mij maar lekker slapen...


Ja hoor, daar zijn ze dan. Als een groep kuddedieren wurmen ze zich door de deur heen. Te grote tassen, te grote jassen, petjes, bling-blingkettingen... De hele ramtamtam wordt opgehangen aan het fenomeen 'brugger.' Als versierde kerstbomen komen ze binnenwandelen. Alhoewel, een vredige kerstsfeer kan ik het niet noemen. Kinders stompen elkaar en proberen elkaar zelfs tussen deuren te pletten. Gelukkig biedt de, al dan niet te grote, tas enige bescherming.
Nog iets kenmerkends aan het brugger-zijn is dat alles 'te' is. Te grote tas mag dan wel een feit zijn, maar ook zelf vinden ze alles te saai, te stom, te typisch, te cool, waardoor het ineens niet meer cool is. Ach ja, alleen schrijfster Eveline Crone denkt te weten hoe het puberende brein werkt. Ze is zelf ooit puber geweest, wat de meesten van ons natuurlijk niet kunnen zeggen? Joost mag het weten. Enfin, ik heb wat zitten speuren over dat boek 'het puberende brein' en ik wenste dat die mevrouw Crone wat eerder was geweest met het boven tafel leggen van haar theorieën. Dan hadden m'n ouders me tenminste langer in mijn bed laten liggen, "want," zegt Crone. "Laat pubers uitslapen wanneer dat kan, want hun puberbrein heeft meer slaap nodig dan ze op schooldagen krijgen. Bijslapen in het weekend helpt echt." Oftewel; als puberzijnde op de zaterdagochtend een bijbaantje hebben is echt not-done! Ook het volgende is een citaat uit het boek van Crone: "Schakel over van straf op beloning omdat belonen aantoonbaar beter werkt dan straffen." Verdikkeme, daar is me toch een wereld aan vernieuwingen aan m'n neus voorbij gegaan. Al hadden m'n ouders dit geweten, dan hadden ze me ten minste wel mee naar Disneyland genomen. Of in ieder geval op z'n minst naar Walibi. Andere kant is dat ik misschien wel helemaal vetgemest geweest zou zijn met snoep, want zo lief was ik wel. Ach ja, wat is wijsheid. Crone vertelt ook dat puberen onontkoombaar is. Een hele geruststelling, al zeg ik het zelf.
Nu kan ik je stiekem wel even verklappen dat ik de bovengenoemde theorieën ook maar even van internet geplukt heb. Het zijn dan wel oprecht de citaten uit het boek van Eveline Crone, maar echt het boek lezen dat heb ik nog niet gedaan. Of ik dat nog ga doen? Ik denk het wel. Eventjes bestellen bij bol.com voor 17:00 besteld, morgen in huis.

woensdag 10 februari 2010

Voordat de vogel gevlogen is...

De jongens kijken nog eens goed. En inderdaad, er schuilt toch zeker een heel klein meisje onder die megagrote tas. Al strompelend baant ze zich een weg door de menigte. Met het lesrooster stevig in haar vuist geklemd tuurt ze op de borden. De jongens lachen. "He!" Roept er één. Het meisje draait zich om. Nog zo naïef. Zich van geen kwaad bewust. "He, ga je op reis?" De jongen torent al grijnzend boven haar uit. Het meisje fronst haar wenkbrauwen. Denkt serieus na. "Nee, hoe-hoezo?" Vraagt ze. De jongen lacht en de andere jongens komen al helemaal niet meer bij. Het meisje slikt. Nu begrijpt ze ineens de vraag. Ze hijst haar tas weer iets hoger op haar rug. Lokaal 318, waar was dat ook alweer?

Je herkent het vast wel. Het gevoel zo enorm klein te zijn, terwijl de rest om je heen zo gevaarlijk groot lijkt. Het gevoel wat iedere brugklasser wel gehad moet hebben. Dat kleine meisje van het verhaal hierboven, dat was ik. Alleen gelaten in de grote wereld. De wereld waarin ik ineens volwassen moest worden. In ieder geval... Dat dacht ik tenminste. Nu ik inmiddels 6 jaar verder ben, merk ik dat ik eigenlijk nog steeds niet volwassen ben. Wanneer ben je eigenlijk volwassen, ben je eigenlijk wel ooit klaar met jezelf ontwikkelen?

Op de basisschool voelde ik me eeuwig veilig. Geen plek in school waar ik niet durfde te komen. Op de middelbare school was dat wel anders. Het liefste sleepte ik al mijn boeken mee, want naar mijn kluisje gaan durfde ik eigenlijk niet. Daar zaten gemene jongens en die pestten wat af. Ik kon eeuwig vragen of ik bij mijn kluisje mocht komen, maar als ze dan eindelijk opzij gingen was de bel allang gegaan.. Ik heb mezelf in die tijd vaak niet begrepen, laat staan dat ik anderen wel begreep. Die eeuwige strijd wie er het leukste was.. Duidelijk was dat ik daar in ieder geval niet bij hoorde. Het maakte me onzeker. Één blik in de spiegel kon me vaak al ongelukkig maken. Waarom zag ik er niet zo uit als die populaire meisjes? En waarom zag ik er nog uit als een kind. Ik wou helemaal geen kind meer zijn...



In de brugklas




In de derde klas







De derde klas was absoluut het leukste jaar! Ik had het reuze naar m'n zin, met leuke vriendinnen en vooral een erg gezellige klas. Ook wat leraren betreft hadden we het enorm getroffen.




Een kijkje in de rommelklas van een slechte leraar...


Ik had enorm veel zin in mijn eerste les Frans. Ik heb notabene een Franse achternaam, dus dat moest goed komen! Na uiteindelijk het lokaal gevonden te hebben verspreiden we ons over het lokaal. Ik ging naast M zitten die vanaf het allereerste begin niets goeds bleek te kunnen doen bij Madame. De eerste les vloog ze er al uit. Haar toon stond d'r niet aan. Toen durfde ik al helemaal niets te zeggen, want mijn hoge toontje was, als ik het vanuit Madame's oogpunt bekeek, al helemaal niet fijn om te horen. Wat ik me vooral kan herinneren van de lessen was: "Silence S'il vous plait!" en Madame die als een trillend rietje voor het bord stond. En ze had een rode neus. We dachten dat ze een drankprobleem had. Wat heb ik vaak na moeten blijven voor die vrouw. Daar stond ik weer, het plein aan te vegen, terwijl mijn moeder dacht dat ik huiswerk aan het maken was bij een vriendinnetje. En M? Die kwam sowieso al de les niet meer in. Als M nog maar één stap in het lokaal gezet had, dan kwam Madame al met haar priemende vinger op M afgestormd. Dat werd weer vegen....
























Gelukkig waren er ook heel veel goede leraren op school. Leraren die je een gemakkelijk gevoel gaven. Lessen waar je naar uitkeek. Lessen waarin je jezelf kon zijn...



The Do's and the Do Not's van het laten zingen van een klas

Vanuit een ooghoek kijk ik stiekem naar mijn buurvrouw. Zingt ze? Nee ze zingt niet. Dan ga ik ook niet zingen. Oh, mijn buurman zingt wel. Wat klinkt z'n stem raar. Dat moet ik toch beter kunnen. Voorzichtig zing ik een toon. Shit, wat klinkt dat hard. Zouden ze me gehoord hebben? Gauw kijk ik om me heen. Gelukkig, niemand kijkt naar me. Het meisje schuin tegenover me trekt gekke bekken naar de muzieklerares. Die heeft niks door, die is veel te druk met het goed spelen van haar begeleiding. Mijn buurman lijkt steeds harder te zingen. Zijn stem slaat over. De een-na-buurman geeft buurman een stomp. De buurman stopt met zingen en geeft een-na-buurman een klap. Buurvrouw links naast me gaat ineens zingen. Zingt ze de tweede stem of zingt ze gewoon vals? Ik probeer ook mee te zingen maar ik raak in de war van buurvrouw. Buurvrouw kijkt mij boos aan. Die vindt dat ik háár in de war maak. Ik houd weer mijn mond. Maakt de muziekjuf nou een fout? Nee, dat zal wel niet want ze gaat gestaag door. Buurman begint weer mee te zingen. Ik probeer ook mee te zingen, maar nu hoor ik ineens links en rechts van me mensen die twee heel verschillende dingen zingen. En ik raak in de war van de tekst. Was het nou leave of love? Meisje schuin tegenover me is gestopt met gekke bekken trekken. Ze is begonnen met heel hard mee te blerren. Nu gaat ineens iedereen meedoen. Behalve de jongen tegenover me. Die schiet propjes. Naar mij?? Oh, niet kijken. Gewoon negeren. Zou ie me leuk vinden? Nee, hij vindt me vast heel stom. Daarom schiet ie propjes. Ik probeer weer mee te zingen. Misschien moet ik naar de piano luisteren. Ja, dat gaat beter. Buurvrouw kijkt weer boos naar me. Ze vindt dat ik me niet zo moet uitsloven.


Er gaat heel wat rond in een puberaal hoofdje. Vooral het zingen tijdens de muziekles lijkt voor veel verlegenheid te zorgen. En hoe zorg je er dan voor dat de klas wel gaat zingen? Ik heb de boel geprobeerd op een rijtje te zetten:

Do Not's:
- Het niet creëren van een ontspannen situatie.
- Het slecht spelen van de begeleiding
- Slechte instructie.
- Het lied inzetten in een onzingbare toonsoort.
- Slechte aanwezigheid van partiture waaruit gekozen kan worden.
- Geen aansluiting op de interesses van de kinderen.

Do's:
- De kinderen zijn ontspannen.
- Er wordt een leuke begeleiding gespeeld.
- De kinderen krijgen goede begeleiding van de muziekdocent.
- De kinderen weten wat ze moeten doen
- De kinderen kunnen kiezen uit heel veel verschillende partituren.
- De liedjes zijn gebaseerd op interesses van de kinderen.
- De liedjes zijn voor de kinderen zingbaar.

Nog meer Do's and Do not's? Ik hoor het graag van je.



Motto van vandaag: Gelukkig ben ik goed in muziek, want daar houdt het dan ook wel weer mee op.

zaterdag 12 december 2009

Suske en Wiske en de idealistische meester Henk


WAARSCHUWING: Dit bericht is in extreme mate geïdealiseerd .





Henk staat voor de klas. Meester Henk is de ideale muziekdocent. Henk hoeft nooit boos te worden, want de klas luistert altijd. Hoe doet meester Henk dat toch?

CREDO: Ideale 'Meester Henk'

Zaterdagochtend, 09.15

Henk stapt zijn bed uit en stapt in zijn wollen konijnensloffen. Over zijn beertjespyama trekt hij een ochtendjas aan en langzaam loopt ie naar beneden om een kop koffie te halen. Hij eet een licht verteerbaar ontbijt, neemt de koffie mee naar de studeerkamer en schuift achter zijn bureau. Vanachter dit bureau schrijft hij zijn ideale lesvoorbereiding. Hij bekijkt de reflectie van de vorige les en bouwt daar op voort. Hij weet tot in de puntjes hoe hij de les wilt hebben en hij vindt de les vooral ook leuk.

Zaterdagochtend, 10.15

Tevreden print Henk zijn lesvoorbereiding uit en leest hem nog een paar keer door. Hij spoelt de koud geworden koffie door de gootsteen, springt onder de douche om vervolgens de weekboodschappen te gaan doen bij onze welbesproken Albert Heijn.

Zondagmiddag 15.10

Henk verstoort de buren met een geweldig gezang. Henk oefent namelijk het liedje die hij met de klas wilt gaan doen. Hij bestudeert het liedje op mogelijke obstakels en oefent de begeleiding op zijn gitaar.
De buren schrapen met de stoelen en slaan met de deuren. Die zijn het gejammer van Henk namelijk goed zat.

Dinsdagochtend, 10.30

Vandaag geeft Henk de les die hij van het weekend heeft voorbereid. Hij komt de klas binnen en de kinderen begroeten hem nieuwsgierig. Hij gaat voor de klas staan en legt de lesvoorbereiding voor zich op tafel. Het komt eigenlijk niet voor dat hij erop moet kijken. De les zit uiteindelijk toch altijd erg goed in zijn hoofd. Henk recht zijn rug en kijkt de kinderen een voor een aan. Hij vertelt wat hij van plan is deze les. Het is meteen duidelijk dat hij overwicht heeft in de klas.

Dinsdagochtend, 11.15

Reflectie op de les:

Meester Henk heeft natuurlijk de ideale les gegeven. Hier de punten:
- Het is duidelijk dat Henk ontzettend veel plezier heeft in zijn les. Hij staat vrolijk voor de klas en maakt af en toe een grapje. De kinderen hangen aan zijn lippen.
- Henk staat recht voor de klas. Hij heeft een open houding. Maar deze houding laat ook zien dat hij boven de klas staat.
- Henk kent de voorbereiding goed uit zijn hoofd. Hij heeft precies goed uitgedacht hoeveel tijd hij voor elk onderdeel nodig had.
- Henk geeft zijn grenzen duidelijk aan. Hij zorgt ervoor dat de kinderen niet over deze grens gaan.
- En Henk is consequent. Het komt natuurlijk zelfs bij de ideale muziekmeester voor dat een leerling toch bijvoorbeeld te veel praat. Henk waarschuwt een keer en de keer erna mag deze bengel naast meester Henk komen zitten. Moet er daarna nog een keer gewaarschuwd worden, wat zelden voorkomt, dan mag hij of zij een paar minuutjes op de gang doorbrengen. Aan het einde van de les spreekt Henk hem/haar nog eventjes aan op het vertoonde gedrag.
- Henk stelt op de juiste manier zijn vragen. Vragen die zouden zorgen voor een losbarsting probeert ie op een andere manier te stellen.
- Aan het begin van de les neemt ie altijd de regels door. Een muziekdocent is natuurlijk geen vaste docent. De kinderen zijn dus vaak een andere manier van lesgeven gewend en andere regels. Om het geheugen op te frissen neemt hij dus eventjes zijn regels met ze door. Als er instrumenten aan te pas moeten komen neemt ie nog wat extra de tijd voor zijn regels.
- Henk is zeker van zijn eigen les. Hij gelooft er echt in. Dit straalt hij over op zijn leerlingen.

Dit was dus meester Henk. Helaas is Henk een fictief persoon. Dus meiden, een relatie zit er niet in...
En wat betreffende de titel; Helaas, het ging niet over Suske en Wiske. De titel was uitsluitend bedoeld als publiekstrekker. Verder over de titel; Het valt nog te bediscussiëren of meester Henk zelf nou idealistisch genoemd kan worden. Hetgeen wat ie bereikt heeft kan dan wel ideaal zijn, maar of hij ook daadwerkelijk naar het ideaal streeft is een ander verhaal... Maar goed, Ik denk dat dat nu wel een beetje te veel diepgang is.....