donderdag 3 juni 2010

Essay

Happen naar muziek van hoog niveau

Beperkt muziekonderwijs
Muziekonderwijs is al zo oud als de muziek zelf. Toch was muziekonderwijs niet voor iedereen even gemakkelijk te volgen. Tot en met de late middeleeuwen was muziekonderwijs uitsluitend bestemd voor kloosters en kerken. Tijdens de renaissanceperiode kwam hier verandering in. Wereldmuziek kwam in opkomst en rijke ouders gingen beroepsmuzikanten betalen om hun kinderen de kunde en kennis van de muziek bij te leren. Muziekonderwijs begon zich ook steeds meer te verweven met onderwijs van andere wetenschappen. Toch bleef muziekonderwijs lange tijd iets wat alleen de rijkere mensen zich konden veroorloven. De muzieklessen waren privélessen en hierdoor ook heel erg duur. Op scholen werd totaal geen aandacht besteed aan muziek, waardoor de minder rijke kinderen geen kans kregen om een muzikaal talent te ontwikkelen.

Muziekonderwijs, kunde of kick.
Aan het muziekonderwijs staan twee aartsvaders: De muziekpedagogen Willem Gehrels (1885-1971) en Ad Heerkens (1913-1985).
Willem Gehrels richtte de eerste volkmuziekschool op. Hij vond het belangrijk dat ieder kind, ongeacht de financiële achtergrond van de ouders, muziekles moest kunnen volgen. Ad Heerkens was van mening dat muziekonderwijs voor ieder mens gegeven moest worden vanuit de beleving van het kind.
Hoewel de twee in elkaars verlengden lagen en beide mannen zich bezighielden met de kennis van de muziek, liep op één gebied de meningen uiteen. Gehrels verdedigde in zijn tijd de kunde van muziek. Ad Heerkens vond, een generatie later, kick van veel groter belang dan kunde.

Iedereen hoort erbij
Na de tweede wereldoorlog was de wederopbouw in volle gang. Op het gebied van muziekonderwijs vond tijdens deze wederopbouw een ontwikkeling plaats. Muzieklessen werden op de basisschool ingevoerd, maar het betrof maar een klein muziekuurtje in de week die bovendien alleen maar in de kleuterklassen gegeven werd. Een grotere ontwikkeling was het feit dat er overal gesubsidieerde muziekscholen werden opgericht die voor brede lagen van de bevolking toegankelijk werden. Echter, in de jaren tachtig, werden veel van deze scholen weer geprivatiseerd of samengevoegd met andere onderwijsinstellingen, omdat de kosten hoog opliepen.
Echt goede muzieklessen werden dus nog steeds niet gegeven. Op de basisschool bleef het niveau aandoenlijk laag, waardoor de leerlingen met een grote muzikale achterstand op de middelbare school terechtkwamen. Voor de docent daar was het heel lastig om alles nog op een vlotte manier bij te spijkeren. Leerlingen die vervolgens doorstroomden naar de PABO hadden een dusdanig slecht niveau dat ze geen behoorlijke muzieklessen konden geven op de basisschool: de cirkel was rond.
Vanaf de jaren ’70 werd deze cirkel eindelijk doorbroken. Muziek werd ingevoerd als eindexamenvak op de middelbare school en de lessen werden van een hoger niveau. De muzieklessen werden plotseling kennis & kunde en doordat de lessen plotseling ook een hoger niveau bereikten ontstond er ook de kick: Muziek werd een uitdaging. Toch blijft muzikaal onderwijs op de basisschool nog steeds op laag niveau. Langzaamaan is hier wel verandering in gekomen, maar tegenwoordig zijn er nog steeds scholen die vrijwel niets doen aan muziek.

Standaards
Vanaf het allereerste begin dat muziekonderwijs gegeven wordt hanteert ieder muziekdocent zijn eigen methode. Vanaf de 20e eeuw besloot de Amerikaanse organisatie MENC dat er richtlijnen voor muziekonderwijs vastgesteld moesten worden zodat niet iedereen zomaar zijn eigen methode kon hanteren. In 1994 werden de negen 'National Standards for Music Education', gepresenteerd. Tegenwoordig worden deze Standaards over de gehele wereld toegepast:
- Zingen, alleen en in groepsverband, en met een variërend repertoire
- Het bespelen van een instrument, eveneens met een variërend repertoire
- Improvisatie van melodieën, variaties en arrangementen
- Componeren van muziek volgens gespecificeerde richtlijnen
- Het lezen en noteren van bladmuziek
- Het luisteren naar – en analyseren en beschrijven van muziek
- Muziek en muziekuitvoeringen evalueren
- De relatie leren begrijpen tussen muziek en andere vormen van kunst
- Muziek begrijpen in verhouding tot geschiedenis en cultuur

De middelbare school van nu
Ik ben van mening dat er nog veel mist aan de muzieklessen op de middelbare school. Op sommige scholen komen de muzieklessen van de onderbouw neer op een klein beetje zingen en is samenspelen al heel lastig. Pas in de bovenbouw worden op deze scholen pas muzieklessen gegeven op hoger niveau. Hier zijn het alleen de muzikale leerlingen, leerlingen die al jarenlang een instrument bespelen, die in de bovenbouw muziek als vak kiezen. Dat is jammer, want de combinatie kick, kennis en kunde ontstaat op deze scholen pas in de bovenbouw. Leerlingen die nooit een instrument bespeeld hebben, maken dan ook nooit op een goede manier kennis met muziek. Zij ervaren nooit de kick die wordt veroorzaakt als je zelf mooie muziek maakt, omdat samen muziek maken gewoonweg niet wordt gedaan in de onderbouw. Om hier verandering in te brengen moet het uiteindelijke niveau van muzieklessen op middelbare scholen omhoog bijgesteld worden.

Het kan anders....
Leerlingen stromen vanaf de basisschool door naar de middelbare school. Zij zijn met behulp van de sito-toets getoetst op hun kunnen en kennen en worden op basis daarvan op een bepaald niveau ingedeeld. Of een kind muzikaal is wordt niet getest. De Havo-Vwobrugklas die vervolgens ontstaat is een handje vol met leerlingen die wat betreft kennis redelijk op dezelfde golflengte zitten. Creativiteit kan net zoals communicatieve vaardigheden enorme verschillen opleveren tussen de leerlingen. Op veel middelbare scholen wordt het gemiddeld muzikaal niveau genomen als basis voor de muziekles. Dit niveau is over het algemeen erg laag, omdat het merendeel van de klas nooit een instrument aangeraakt heeft. Veel scholen blijven vervolgens in datzelfde niveau hangen, omdat ze bang zijn dat leerlingen het anders niet bij kunnen benen. Leerlingen die wel muzikaal zijn komen in de bovenbouw wel aan bod, dat is wat veel scholen denken. Wat mij betreft is er niks mis mee om de muzieklessen op een laag pitje te beginnen, maar om de combinatie kennis, kunde en kick ook te laten ontstaan in muzieklessen van de onderbouw, moet het niveau in razendsnel tempo worden opgevoerd. Laat de leerlingen de uitdaging die muziek met zich meebrengt maar aangaan. Dat ze iets lastigs uiteindelijk toch echt kunnen spelen, geeft vanzelf al een enorme kick. Als je de kennis en de kunde steeds boven het niveau van de leerlingen uitschuift, maar het wel behapbaar houdt, zullen ze zelf een enorm genoegen ervaren en nog veel belangrijker, ze zullen muziek gaan waarderen. Ze zullen merken dat muziek niet iets is wat er altijd maar gewoon is wanneer zij er zin in hebben, maar dat er enorm veel lef en energie en creativiteit voor nodig is om muziek te laten ontstaan. Dat is pas echt kicken!


Bronnenlijst:
Kick, kennis en kunde. Job ter Steege
http://nl.wikipedia.org/wiki/Muziekonderwijs
http://www2.cito.nl/
http://webcache.googleusercontent.com/search?q=cache:cPHsPh-shh8J:igitur-archive.library.uu.nl/student-theses/2007-0607-201235/Actuele%2520ontwikkelingen%2520rond%2520het%2520primair%2520muziekonderwijs.doc+willem+gehrels+ad+heerkens&cd=5&hl=nl&ct=clnk&gl=nl&client=safari

Geen opmerkingen:

Een reactie posten